- normeren
- noteren
- notificeren
- notuleren
- nuanceren
- nummeren
- nutten
- nuttigen
- objectiveren
- obsederen
- observeren
- obstrueren
- occuperen
- octaveren
- octrooieren
- oculeren
- odoriseren
- oefenen
- oeken
- oeteren
- offeren
- officialiseren
- officiëren
- offreren
- ogen
- ohaën
- oliën
- omarmen
- ombatterijen
- omberen
- ombinden
- ombinden
- ombladeren
- omblazen
- omboeken
- omboorden
- ombouwen
- ombrengen
- ombuigen
- omcirkelen
- omdelen
- omdijken
- omdoen
- omdolen
- omdonderen
- omdopen
- omdraaien
- omdragen
- omduikelen
- omduwen
- omdwalen
- omfietsen
- omflikkeren
- omfloersen
- omgaan
- omgespen
- omgeven
- omgeven
- omgieten
- omgooien
- omgorden
- omgorden
- omgrachten
- omgraven
- omgrenzen
- omhakken
- omhalen
- omhangen
- omhangen
- omhebben
- omheinen
- omhelzen
- omhoogbrengen
- omhoogdoen
- omhoogdrijven
- omhoogdrukken
- omhoogduwen
- omhooggaan
- omhoogglijden
- omhooggooien
- omhooghalen
- omhooghangen
- omhoogheffen
- omhooghijsen
- omhooghouden
- omhoogkijken
- omhoogklappen
- omhoogklimmen
- omhoogkomen
- omhoogkruipen
- omhoogkrullen
- omhooglopen
- omhoogpersen
- omhoogpompen
- omhoogrijden
- omhoogschieten
- omhoogschroeven
- omhoogschuiven
- omhoogslaan
- omhoogspringen