Inheemse dieren

Gedigitaliseerd Ensie (1950)

Gepubliceerd op 15-02-2023

Snoek

betekenis & definitie

(Esox Iucius, orde Zalmachtigen) Brede snuit, lijkt enigszins op een eendesnavel. Rugvin ver naar achteren geplaatst. Ogen groot. Rug groenachtig, flanken met donkere dwarsstrepen. 40-100 cm. Roofvis. Prooidieren: vissen, jonge vogels, muizen, ratten, kikkers. In stilstaand en stromend water. Graag luierend tussen het oeverriet. Gedurende de paaitijd (febr.-april) vaak op overstroomde uiterwaarden te vinden.

< >