Synoniemen zoeken
Synoniem van snoek
Synoniem van 'n ander trefwoord
Muiswerk Educatief
Muiswerk Educatief (2017)
snoek
snoek - zelfstandig naamwoord
1. roofvis met platte kop die in zoet water leeft
♢ Jeremy had een grote snoek aan zijn hengel
1. een snoek vangen
[in het water vallen]
2. een snoek in een karpervijver
[een felkritisch iemand in een gezelschap van gezapige mensen]
3. snoeken op zolder zoeken
[vergeefse moeite doen]
4. kijken als een snoek op zolder
[heel verbaasd]
5. hij is zo bedreven als een snoek op zolder
[heeft er helemaal geen verstand van]
Zelfstandig naamwoord: snoek
de snoek
de snoeken
het snoekje