(Gadus pyrrhura)3 rugvinnen, buikvinnen ver naar voren geplaatst (keelstandig). Bijzonder sterk ontwikkelde baarddraden aan de onderkaak. Zijlijn opvallend lichtgekleurd. Afhankelijk van het ras bruin-, groen- of grijsachtige ondergrond met donkere vlekken. LL tot 1,5 m. Na de haring de belangrijkste consumptievis. Verschillende rassen: de grootste en economisch meest belangrijke komen voor in de noordelijke wateren, de kleinere in de Noordzee en voor de Amerikaanse kust. Tevens kent men een bijzondere vorm uit de Oostzee. Voornaamste visgronden vormen de paaigronden: Lofoten, Ijsland, kust van Newfoundland. Voedsel: haringen e.a. kleine vissen, kreeften, wormen, e.d. Verspreiding: hele continentale plat aan weerszijden van de noordelijke Atlantische Oceaan.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk