(Iem.) ergeren; te schande maken; - gewest. ook m. betr. t. zaken: toetakelen, (erg) beschadigen.
Enige oudere boerinnen, met kinderen aan hun rokken, verlieten de kring, een beetje geschandaliseerd, CLAES 1955, 211.
Opm.: In de standaardt. volledig veroud. (freq. 0) (zie ook WNT XIV, 257), hoewel nog vermeld in versch. handwdb.