Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WILLEM (Engeland)

betekenis & definitie

naam van enige koningen van ENGELAND.

Willem I de Veroveraar,

of de Bastaard, hertog van Normandië en van 1066-1087 koning van Engeland (Falaise 1027 of 1028 - Rouaan 7 Sept. 1087), was onwettige zoon van Robert I, hertog van Normandië, die hem in 1033 als opvolger aanwees. In 1035 aanvaardde Willem de regering, maar eerst na hevige strijd met de leenmannen werd hij in 1047 algemeen erkend. Ca 1050 (1053 ?) huwde hij met Mathilde van Vlaanderen, dochter van graaf Boudewijn V en afstammelinge van Alfred de Grote van Wessex. Zelf was hij verwant met de Engelse koning Edward de Belijder, wiens moeder, Emma, een zuster was van Willems grootvader, hertog Richard II. In 1052 bracht hij koning Edward een bezoek, bij welke gelegenheid deze hem vermoedelijk de opvolging in Engeland beloofde. Daarop voerde hij oorlog met de Franse koning en de graaf van Anjou, op wie hij Maine veroverde (1063).

Toen na het overlijden van Edward (5 Jan. 1066) Harold door de Engelse graven op de troon geplaatst was, landde Willem 28 Sept. 1066 bij Pevensey in Sussex met een leger, dat niet alleen door Normandische edelen, maar ook door vrijwilligers uit andere Franse landen en uit Vlaanderen gevormd was. Op 14 Oct. leverde hij zijn mededinger slag bij Hastings; Harold en velen van de Angelsaksische adel sneuvelden.

Gunstige omstandigheden voor Willem waren, dat de koning van Frankrijk (onder regentschap van Boudewijn van Vlaanderen) een welwillende neutraliteit in acht nam, en vooral dat Harolds leger onvoltallig en vermoeid was na de overwinning bij Stamford bridge behaald op een andere trooncandidaat, Harald van Noorwegen (25 Sept.). Nadat Londen zich had onderworpen aan de Normandiër, liet deze zich op 25 Dec. 1066 in Westminster kronen.

Het duurde echter tot 1071 vóór Willem, na ruwe strijd, onbeperkt meester was van het rijk, waar hij het feodale stelsel, zoals dit in Frankrijk bestond, invoerde. De grote gebieden van de Angelsaksische adel (de laatste verdwenen na een opstand in 1075) werden onder zijn volgelingen verdeeld. Overigens liet hij de oude wetten en gebruiken vrijwel onaangetast. In 1086 liet hij het beroemde Domesday Book samenstellen.

De Engelse Kerk werd gereorganiseerd; Normandische geestelijken bezetten de leidende posities (een proces, dat reeds onder Edward de Belijder was aangevangen). Lanfranc, aartsbisschop van Canterbury, was hier Willems grote steun. De laatste jaren van de Veroveraar werden in beslag genomen door de steeds voortdurende oorlog met de graven van Anjou om Maine en door strijd met zijn oudste zoon Robert en met de Franse koning. Hij stierf aan in de krijg opgelopen verwondingen.

Lit.: F. M. Stenton, William the Conqueror (1908); Idem, Anglo-Saxon England (2nd ed. 1947), blz. 573-678, en de aldaar genoemde lit., waaraan is toe te voegen: Guillaume de Poitiers (gest. vóór 1101), Hist. de Guillaume le Conquérant, éd. R. Foreville (1952, met lit.).

Willem II Rufus

d.i. de Rode (1056 - 2 Aug. 1100), koning van 1087-1 ioo, was de tweede overlevende zoon van Willem de Veroveraar, die hem als opvolger in Engeland aanwees, terwijl zijn oudere broeder Robert II Courteheuse het hertogdom Normandië erfde. Beide broeders streefden naar het bezit van de gehele erfenis van hun vader en ieder van hen had aanhangers in het gebied van de ander. Willem II, gesteund door aartsbisschop Lanfranc, werd de oppositie in Engeland spoedig meester en verkreeg na jarenlange strijd in 1096 Normandië in pand van Robert, die op kruistocht ging. In hetzelfde jaar 1096 behaalde Willem een ander groot succes door in Schotland, in plaats van Malcolm III, koning Edgar op de troon te brengen, die zijn vazal werd, en de grens van zijn rijk naar het N. tot de Solway op te schuiven.

In het binnenland zette hij de politiek van zijn vader voort, maar zijn hard en brutaal optreden en weinig respectabele levenswijze maakten hem zeer impopulair. Met de Kerk kwam hij in hevige botsing (s Anselmus van Canterbury).

Lit.: E. A. Freeman, The Reign of William Rufus and the Accession of Henry I (2dln, 1882); C. W. David, Robert Gurthose (1920); A. L. Poole, From Domesday Book to Magna Carta (i950t blz. 97 vlg., 167 vlg.

< >