Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HAROLD

betekenis & definitie

is de naam van twee koningen van ENGELAND.

Harold I, bijgenaamd Harefoot (Hazevoet), regeerde van 1035-1040. Harold, een onwettige zoon van Knoet*, koning van Engeland, Denemarken en Noorwegen, maakte bij het overlijden van zijn vader (12 Nov. 1035) aanspraak op de troon van Engeland, tegen de rechten in van Knoets wettige, in Denemarken zonder moeite als koning erkende zoon Harthacnoet. Deze bleef evenwel in Denemarken, zodat Harold, ondanks enige tegenstand en tegenwerking vanwege Harthacnoets moeder Emma (die overigens in 1037 uit Engeland werd verbannen), vrij gemakkelijk en snel werd erkend. Harold overleed evenwel reeds op 17 Mrt 1040, waarna Harthacnoet er in slaagde de Engelse troon te bestijgen.

Harold II regeerde slechts een negental maanden (6 Jan. 1066 - 14 Oct. 1066, geb. ca 1022). Hij was de tweede zoon van Godwin*, graaf van Wessex, die in feite gedurende de regering van Edward* de Belijder het bewind in Engeland in handen had, en werd ca 1045 door toedoen van zijn vader benoemd tot ealdorman (z alderman, earl) van Oost-Anglië. Samen met zijn andere broeders nam hij zeer actief deel aan Godwins ondernemingen, en erfde in 1053, bij de dood van zijn vader (zijn oudere broeder Svend was reeds in 1052 overleden), diens machtspositie. Op 5 Jan. 1066 kwam de kinderloze Edward de Belijder te sterven — ’s anderendaags reeds liet Harold zich door zijn partijgangers tot koning uitroepen. Deze usurpatie stuitte in Engeland zelf op geen tegenstand, maar wel kwamen twee vreemde pretendenten opdagen. In 1065, door een schipbreuk in handen gevallen van Willem* de Bastaard (later de Veroveraar geheten), hertog van Normandië, en als neef van Edward de Belijder diens naaste bloedverwant, had Harold om zijn vrijheid te verwerven de Normandiër moeten zweren diens rechten op de Engelse troon te zullen erkennen.

Na de woordbreuk van Harold maakte hertog Willem zich dan ook klaar zijn rechten met de wapenen te laten gelden, en reeds op 29 Sept. 1066 stevende hij naar Engeland. Inmiddels was de tweede pretendent, Harald Hardrada, koning van Noorwegen, bij wie zich Harolds broeder Tostig had aangesloten, Noord-Engeland binnengevallen. In de bloedige slag van Stamford Bridge werden beiden verslagen en gedood door Harold (25 Sept. 1066), die nu ijlings naar het Z. snelde om de Normandische invasie het hoofd te bieden. Doch in de slag van Senlac bij Hastings (14 Oct. 1066) verloor hij troon en leven.

DR L. VOET

< >