Prinses van Pruisen, Koningin der Nederlanden (Berlijn 18 Nov. 1774 -’s-Gravenhage ia Oct. 1837), dochter van Frederik Willem II, koning van Pruisen, trad op 1 Oct. 1791 in het huwelijk 'met erfprins Willem Frederik, de latere koning Willem I. Zij was eenvoudig, tot het schuchtere toe, en beminnelijk van karakter, had een fijne smaak en tekende niet onverdienstelijk.
Haar liefdadigheid wordt geroemd. Bij de Bataafse omwenteling (1795) ging zij met haar gemaal in ballingschap en keerde op 8 Jan. 1814, luide toegejuicht door de bevolking, te ’s-Gravenhage terug. Directe invloed op de gang van zaken heeft zij nauwelijks gehad, wel indirect, door in de vaak gespannen verhouding tussen haar energieke, bekwame echtgenoot en de romaneske prins van Oranje (Willem II) bij herhaling en in zelfvergeting schier, bemiddelend en verzoenend op te treden.Lit.: J. C. Voorduin, Karakterschets van wylen H.M. de Koningin der Nederlanden (1837); J. W. A. Naber en L. de Neve, Vorstinnen van Oranje-Nassau (1898); J.
W. A. Naber, Correspondentie v. d. stadhouderlijke familie, 1777-1820 (5 dln, 1931-1936).
