Prinses van Pruisen, gemalin van stadhouder Willem V (Berlijn 7 Aug. 1751 - Het Loo 9 Juni 1820), dochter van August Willem van Pruisen en Louisa Amalia van Brunswijk-Wolfenbüttel. Mede op aandrang van koning Frederik II van Pruisen trad zij in het huwelijk met prins Willem V.
Aan het stadhouderlijk hof kreeg zij, zowel door haar schoonheid als door haar levendige en scherpe geest, gemakkelijk een heersende positie, waaraan toegeschreven mag worden, dat het Haagse hofleven vrijwel buiten de decadentie van de tijd bleef. Belangrijke invloed op de zaken van staat verwierf zij echter niet, omdat de Stadhouder jaloers was op haar macht en te onbeholpen om haar raad te volgen. Dat zij schier terstond in conflict kwam met haar invloedrijke neef Brunswijk tekent de situatie voldoende. Toen de prins in 1784, ten gevolge van de Patriotse actie, 's-Gravenhage verliet, volgde zij hem naar Breda, Het Loo en Nijmegen. In deze periode begon een tegenstelling tussen haar en haar gemaal zich scherper af te tekenen. Tegenover de apathische besluiteloosheid van de Stadhouder, die weigeren bleef om, zoals de Engelse gezant Harris wilde, gebruik te maken van de Oranjegezindheid van het volk in Holland, toonde de prinses bereidheid tot activiteit.
In overleg met enkele vooraanstaande prinsgezinden, bij welke contacten de jonge Van Hogendorp optrad als intermediair, vertrok zij in de zomer van 1787 van Nijmegen naar ’s-Gravenhage, welke reis eindigde met de zonderlinge episode bij de Goejanverwellesluis, waar een Patriots korpsje haar belette verder te gaan. Dit incident werd aanleiding tot een Pruisische interventie en een algehele restauratie van het stadhouderschap (z Patriotten). Belangrijke invloed op de staatszaken verwierf zij ook in de komende jaren niet, al onderhield zij goede betrekkingen met raadpensionaris Van de Spiegel. Bij de Bataafse om wenteling volgde zij met haar drie kinderen de prins naar Engeland en later naar Nassau (Oranienstein) en Brunswijk. In deze jaren voegde zich haar dochter Louise Frederike, die in 1807 weduwe geworden was, zich voorgoed bij haar. Samen zwierven zij in Duitsland rond, vestigden zich in 1807 te Berlijn en kwamen in Jan. 1814 naar Nederland terug. Hier beleefde zij nog enkele gelukkige jaren te zamen met prinses Louise (gest. 1819).
PROF. DR L. G. J. VERBERNE
Lit.: G. W. Vreede, Frederika Sophie Wilhelmina en L. P. van de Spiegel (1868); H. T. Colenbrander, De Patriottentijd (3 dln, 1897-1899): J.
W. A. Naber, Prinses Wilhelmina (1908); Idem, Correspondentie van de stadhouderlijke familie, 1777-1820 (5 dln, 1931-1936); N. Japikse, De gesch. v. h. Huis Oranje Nassau (2 dln, 2de dr. 1948).