Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Wilhelm Heinrich WACKENRODER

betekenis & definitie

Duits dichter uit de vroege Romantiek (Berlijn 13 Juli 1773 - 13 Febr. 1798), heeft als jong jurist met zijn vriend Ludwig Tieck op een voetreis naar Neurenberg, Ansbach, Bamberg en Würzburg in 1793, de tijd van de ontluikende Romantiek, de schoonheid der bouwkunst, der schilderkunst en der literatuur van het oude Duitsland opnieuw ontdekt. In de Herzensergiessungen eines kunstliebenden Klosterbruders, die Tieck in 1797 uitgaf (herdr. door Oskar Walzel, 1921), maar die in hoofdzaak van Wackenroder zijn, heeft hij daarna zijn liefde voor de Oudduitse beeldende kunst en vooral ook voor de muziek uitgesproken en daarmee in vele opzichten de basis gelegd voor de romantische kunstopvattingen.

Na Wackenroder’s dood heeft Tieck in de Phantasien über die Kunst (1799) hun beider gedachten als een herinnering aan zijn overleden vriend nog eens samengevat.Bibl.: Werken en brieven, uitg. d. F. von der Leyen (2 dln, 1910), L. Schneider (1938; vollediger).

Lit.: Ph. E. Gülzow, W. H. W. (1930).

< >