Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Johann Heinrich FUESSLI

betekenis & definitie

zoon uit een Zürichs geslacht van klokkengieters, goudsmeden en schilders (Zürich 6 Febr. 1741 - Putney Hill bij Londen 16 Apr. 1825), vestigde zich in 1764 te Londen en veranderde daar in 1770 zijn naam in Henry Fuseli of Fusely. Hij trad nu op als contactpersoon tussen Zwitserse en Engelse kunstenaars en literatoren.

Het was zijn streven, schilder te worden. In 1767 werd de aandacht van Reynolds op zijn werk gevestigd. Fusely werkte hard, ten einde over te sparen voor een reis naar Italië. Deze vond plaats in de herfst van 1769; voorjaar 1770 bevond hij zich in Rome, waar hij grote bewondering toonde voor de klassieken en voor Michelangelo.

De Engelse aristocratie in Italië gaf hem tal van opdrachten, waarmee hij in zijn onderhoud voorzag. In 1778 teruggekeerd in Engeland, maakte hij daar naam als historieschilder met onderwerpen ontleend aan de Bijbel, klassieke schrijvers, Nibelungenlied, aan Shakespeare, Milton en andere Engelse auteurs, als literator (Fusely was medewerker van dr Johnson aan de „Analytical Review”), het minst als portretschilder (bijv. portret van Th. Lawrence,i825) en in latere jaren ook als caricaturist. In 1788 werd hij buitengewoon, en in 1790 gewoon lid van de Royal Academy, in 1799 volgde zijn benoeming tot hoogleraar.

Zijn voordrachten stonden op hoog peil en zijn later uitgegeven. In 1802 ondernam hij een reis naar Parijs, waar hij werkte in het Louvre. Belangrijk voor zijn ontwikkeling was de invloed die hij onderging van Winckelmann en J. L.

David. In zijn jongere jaren was Fusely’s werk heftig, emotioneel en sterk romantisch van inslag; de reis naar Rome moet hierbij als het keerpunt worden beschouwd; daarna zijn de figuren (veel mannelijk naakt) plastischer opgevat en wordt de gehele compositie rustiger en beheerster. Zijn werk bevindt zich in vele particuliere verzamelingen in Engeland, Zwitserland en Duitsland.AR. SCHIPPERS

Bibi.: Sämtliche Werke, hrsg. v. F. Nüscheler, nebst einem Versuche seiner Biographie (2 dln, Zürich 1807-1809, onvoltooid); Lectures on painting (2 dln, London 1801-1820, Duitse vert. 1944); Briefe, hrsg. v. W.

Muschg (Basel 1942).

Lit.: A. Cunningham, The Lives of the Most Eminent British Painters, dl II (London 1830/’31); J. Knowles, The life and writings of H. Fuseli (3 dln, London 1831); R.

Muther, Gesch. der Englischen Malerei (1903); Smith, Recollections of the British Institute (London 1860), p. 26 e.v.; Sandby, History of the Royal Academy of Arts (London 1862); The Royal Academy, from Reynolds to Millais (extra nr v. The Studio, 1904); W. Wartmann, Zeichn. v. H.

F., Jahresber. Zürch. Kunstgesellsch. (Zürich 1914); A. Federmann, J.

H. F. Dichter und Maler (Zürich 1927); R. H.

Wilenski, English Painting (London 1933); E. Beutler, J. H. F. (1939); P.

Ganz, H. F.’s künstlerische Entwicklung, in: Festgabe f. M. Huber (Zürich 1938); E.

Jaloux, J. H. F. (Montreux 1942); Zeichnungen hrsg. v. P.

Ganz (1947); P. Ganz, The Drawings of H. F. (1950).

< >