Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bezoar

betekenis & definitie

afgeleid van het Perzische woord pâdzahr, noemde men in de oude geneeskunde de vaak harde concrementen, die zich in het lichaam van verschillende dieren kunnen vormen. Vaak werden ook andere stoffen, die als tegengif werden aangewend, met deze naam aangeduid.

De bezoarstenen (lapis bezoar) worden herhaaldelijk gevonden in de galblaas of de maag van zoogdieren, o.a. herkauwers. Het zijn soms lichte brosse, soms zware harde stenen, die laagsgewijs om een harde kern gevormd zijn. Ten dele zijn het galstenen, ten dele overblijfselen van minerale stoffen, onverteerbare plantaardige voedselbestanddelen en opgelikte haren van het eigen lichaam. Als geneesmiddel van Oosterse oorsprong, stonden ze tot in de 18de eeuw ook in Nederland nog in hoog aanzien en werden duur betaald als een onfeilbaar universeel tegengif en een middel tegen velerlei kwalen. In het Oosten schrijft men er de eerste eigenschap nog aan toe en in Oost-Indië dienen ze als amulet. De gunstige eigenschappen schreef men gewoonlijk toe aan de aromatische en geneeskrachtige kruiden, waarmee de dieren zich voeden.

DR A. SCHEYGROND

Lit.: M. A. van Andel, Klassieke wondermiddelen (Gorinchem 1928).

< >