is in de regel de handeling, verricht met het doel, geldvermogen om te zetten in rentegevende eigendommen. Het beleggen kan dan plaatsvinden in effecten, in hypotheken, in onroerend goed e.d.
Uit elk dezer vermogensdelen (beleggingen of geldbeleggingen) wordt dan in de regel een zekere opbrengst genoten. Wordt het begrip in ruimere betekenis opgevat, dan is het rentegeven niet meer een dwingend criterium. Ook het aanhouden van niet-rentegevende kasmiddelen, bijv. in verschillende muntsoorten, waardoor een risico-spreiding t.a.v. de verschillende valuta’s wordt bereikt, valt dan onder het begrip beleggen. In deze betekenis valt meer de nadruk op het instand-houden van het vermogen, zonder dat het bepaald noodzakelijk is, dat het tevens rentegevend is. In beurstechnische termen wordt onder beleggen veelal verstaan het tegendeel van speculeren. Toch wordt gesproken van speculatieve beleggingen, waarmede in de regel bedoeld worden beleggingen, waaraan relatief veel risico verbonden is, hetzij t.a.v. het koersverloop, hetzij t.a.v. het rendement of andere factoren, welke met het risico verband houden. Betreffen deze speculatieve beleggingen effecten, dan wordt veelal gesproken van speculatieve fondsen', ook echter andere vermogensbestanddelen als effecten kunnen onder bepaalde omstandigheden als speculatieve beleggingen worden aangemerkt; vooral ook onder onroerende goederen (huizen, landerijen, bouwgrond enz.) kunnen speculatieve beleggingen voorkomen.Het beleggen geschiedt reeds vanouds in de regel in georganiseerde vorm; de effectenbelegging heeft zich (hier te lande zowel als in het buitenland) grotendeels geconcentreerd op de Effectenbeurs, alwaar de effectenhandel volgens bepaalde regels en usances wordt uitgeoefend. Hier is ontstaan de effectenmarkt als onderdeel van de beleggingsmarkt in het algemeen, waaronder bijv. tevens zijn te rekenen de huizenmarkt, de hypothekenmarkt e.d.
De beleggingsmarkt wordt in de regel nationaal gezien; hetzelfde geldt voor de zelfstandige onderdelen der beleggingsmarkt. Zo onderscheidt men de Nederlandse, Amerikaanse, Engelse e.a. effectenmarkten of -beurzen; de Nederlandse, Belgische en Franse huizenmarkt enz. en in analogie hiermede binnenlandse en buitenlandse beleggingen.
DR F. PH. GROENEVELD