Zante (Zacynthus), een der Ionische eilanden en na Cerigo het zuidelijkste der zeven grootste, ligt tegenover het zuidwestelijk uiteinde van Morea en ten zuiden van Cephalonia. Het telt op 51/2 □ geogr. mijl omstreeks 45000 inwoners, meest Grieken, terwijl er nagenoeg 2000 Israëlieten en eenige honderden R. Katholieken worden gevonden. Dit eiland, wegens zijne schoonheid door de Italianen II flore di Levante (De bloem van het Oosten) genaamd, heeft eene langronde gedaante met eene naar het noordoosten gerigte spits (Kaap Schinari) en eene baai (die van Chiëri) in het zuidoosten. Het is vulcanisch van aard, gedurig aan aardbevingen blootgesteld, schaars besproeid en in het oosten vlak, maar in het westen en noorden gekroond met eene keten van kalkrotsen, welke zich ter hoogte van 760 Ned. el verheffen.
Het klimaat is er zacht en gezond. Tot de voornaamste voortbrengselen behooren er: krenten, zuidvruchten, wijn, olijven, olie, zijde, zout en zeep. Ten noordoosten van kaap Chiëri bevinden zich bronnen van vloeibaar aardpek, terwijl aan de noordoostkust in eene half met water gevulde grot, alleen van de zeezijde toegankelijk, eene minerale olie opborrelt. Ook meent men, dat er zwavel- en anthracietlagen te vinden zijn. De bosschen bestaan er uit olijf-, laurier- en myrtenboomen. Men heeft er weinig huisdieren, maar verkrijgt het benoodigde vee uit Griekenland.
De nijverheid bepaalt er zich tot katoenspinnerij, het vervaardigen van tapijten, zijden stoffen, linnen en likeuren. Men heeft er echter een belangrijken handel in de voortbrengselen des lands. Een gedeelte der inwoners (Zantioten) begeeft zich jaarlijks eenigen tijd naar Griekenland, om er in den oogsttijd werkzaam te wezen. Het inwendig bestuur en de landbouw laten er veel te wenschen over, maar de handel neemt er allengs eene hoogere vlugt. — De evenzoo genoemde hoofdstad, op de oostkust amphitheatersgewijs aan de helling van een heuvel verrijzend, wiens top met eene door de Venetianen gebouwde citadel is gekroond, strekt tot zetel voor een Griekschen aartsbisschop en een K. Katholieken bisschop, heeft onderscheidene kerken, onder welke zich die der Phaneromeni (de schoonste der Ionische eilanden) en die van St. Dionysius bevindt, een aantal kapellen, kloosters en hospitalen, een paleis van den R. Katholieken bisschop, een lycéum, een belastinggebouw, een tuighuis, twee quarantainegebouwen, eene haven met een vuurtoren, verschillende fabrieken, vooral van zijden stoffen, tapijten, gouden en zilveren voorwerpen, katoenen garens, zeep en leder, een levendigen handel en scheepvaart en omstreeks 18000 inwoners. In 1877 werd er voor eene waarde van 2 millioen gulden ingevoerd en voor eene van 21/2 millioen gulden uitgevoerd. — Zante droeg in de dagen der oudheid den naam van Hyria en later dien van Zacynthus, was bevolkt door Achaeërs, uit den Peloponnesus derwaarts getrokken, en behoorde volgens Homerus tot het rijk van Odysseus (Ulysses). Op de oostkust verhief zich eene vrij aanzienlijke stad, wier inwoners in den Peloponnesischen oorlog aan de zijde stonden der Atheners. Later viel het eiland in handen der Romeinen, die het b{j de provincie Epirus voegden. Daarop maakte het een deel uit van het Oost-Romeinsche rijk, kwam in de 13de eeuw onder de heerschappij van den Koning van Napels en in de 14de onder die der Venetianen, — voorts in 1797, evenals de andere Ionische Eilanden, onder die der Franschen, aan welke het in 1799 door de Russen werd ontrukt. Sedert 1800 maakte het een deel uit der Ionische Republiek en verviel daarmede in 1863 aan het koningrijk Griekenland.