François Villon, ook Corbueil geheeten, een Fransch dichter en de schepper der burleske liederen, aanschouwde het levenslicht te Parijs in 1431, studeerde aldaar, leidde een losbandig leven, werd bij herhaling wegens diefstal ter dood veroordeeld, maar ontving telkens genade, leefde ten laatste in hoogst armoedige omstandigheden in het zuiden van Frankrijk, waarschijnlijk te Saint Maixent in Poitou, en overleed omstreeks het jaar 1461.
Zijne gedichten, het eerst uitgegeven in 1489 en het laatst in 1854, zijn geheel en al in den volkstoon geschreven, maar geven tevens getuigenis van de sierlijkheid en den smaak, waarmede hij de Fransche taal wist te gebruiken. Merkwaardig zijn vooral zijne beide „Testaments”, door hem gedicht nadat het doodvonnis over hem was uitgesproken, en „Les repues franches”, eene verzameling zijner schurkenstreken.