Jean Baptiste Gaspard d’Ansse de Villoison, een Fransch letterkundige, geboren den 5den Maart 1753 te Corbeil sur Seine, was op 23-jarigen ouderdom reeds lid der Académie des inscriptions te Parijs, begaf zich in 1778 op last der regéring naar Venetië, om de handschriften der bibliotheek van St. Marcus te onderzoeken, legde er „Anecdota Graeca (1781, 2 dln)” ter perse, alsmede een „Ilias” van Homerus met talrijke scholia (1718), vertoefde daarop geruimen tijd te Weimar, waar zijne „Epistolae Vimarienses” in het licht verschenen, en bezocht van 1785 tot 1788 de eilanden en het vaste land van Griekenland.
Bij het uitbarsten der Fransche Revolutie begaf hij zich naar Orleans. Nadat hij in 1800 te Parijs was teruggekeerd, werd hij lid van het Instituut en hoogleeraar, doch overleed reeds den 26sten April 1805. Hij bezorgde ook uitgaven van het „Lexicon graecum Illiadis et Odysseae (1773, 2 dln)” van Apollonius en van de „Pastoralia (1778, 2 dln)” van Longus.