Trimeter (De), de gewone versmaat der Grieksche treurspeldichters, bestaat uit drie dubbele jamben (dipodiën) met eene caesuur na de vijfde, zelden na de zevende lettergreep.
In den eersten, derden en vijfden voet (bij den aanvang van elken dubbelvoet) kan de jambus ook een spondaeus zijn. Als voorbeeld noemen wij den regel: „Bewondering kroont u | nijd en afgunst sluipen rond.” De trimeter onderscheidt zich door deftigheid en een plegtstatigen gang. De blijspeldichters echter behandelen deze versmaat met groote vrijheid, bepaaldelijk door den spondaeus te vervangen door den anapaestus. Men vindt voorts den trimeter in de „Helena” van Göthe, in sommige tooneelen van de „Jungfrau” van Schiller en elders.
