Tournesol (Crossophora tinctoria of Croton tinctorium), eene plant uit de familie der Wolfsmelkachtigen (Euphorbiaceae) en langs de kusten der Middellandsche Zee groeijende, levert eene blaauwe verwstof die denzelfden naam draagt.
Zij komt in den handel voor als tournesollappen en in stukjes. Eerstgenoemde worden bereid bij Montpellier door lappen in het melksap van gemelde plant te dompelen en ze vervolgens te doortrekken van den damp van rottende urine, waaraan kalk is toegevoegd. Tournesol in stukjes vervaardigt men te Auvergne uit een mengsel van het uitgeperste sap, wijnmoer-asch en tot poeders gestooten mossoorten, waarvan men met urine een brij heeft bereid. Na een herhaald begieten met urine en droogen doet men er kalk en krijt bij, waardoor de pap in eene harde massa verandert, welke men in stukjes verdeelen kan.