Alexéi Grigorjewitsj, graaf Rasoemowski, een Russisch generaal-veldmaarschalk en een gunsteling van keizerin Elisabeth, werd geboren in 1709. Hij was de zoon van een Kozak uit de Ukraine, verwierf als zanger in de Hofkapél door zijn innemend voorkomen de toegenegenheid der toenmalige Grootvorstin (later keizerin Elizabeth), die in de kerk van het dorp Perowo bij Moskou zich heimelijk met hem in den echt verbond, hem in 1744 door keizer Karel VIl tot Duitsch rijksgraaf deed benoemen en zelve hem daarop tot generaal-veldmaarschalk en opperjagermeester verhief. Alle kinderen, die de Keizerin hem schonk, kwamen vroeg te sterven, en hijzelf overleed te Petersburg den 18den Julij 1771.
Zijn broeder Cyrillus Grigorjewitsj, graaf Rasoemowski, tegelijk met den voorgaande in den rijksgravenstand opgenomen, verwierf reeds op zijn 23ste levensjaar de hooge betrekking van hetman in Klein-Rusland. Zij werd hem echter in 1764 ontnomen door Catharina II, en hij overleed den 21sten Januarij 1803 te Bachturin in de Ukraine. Van zijne beide zonen was Peter († 1837) minister van Openbaar Onderwijs en Andréi († 1836) Russisch gezant te Weenen en vervolgens rijkskanselier.