Omen was bij de Romeinen een voorteeken en in het algemeen elke omstandigheid, welke aanwijzingen gaf omtrent de toekomst, doch in het bijzonder elk gesproken woord, voor zoover het door den hoorder als een voorteeken der toekomst werd beschouwd. Door bepaalde spreuken meende men onheilspellende woorden krachteloos te maken. Wie offeranden bragt, omhulde zijn hoofd, om zich tegen het ontvangen van alle verkeerde indrukken te beveiligen.
Ook werd er stilte geboden en maakte men muziek, om kwade omina niet te kunnen hooren. Bovenal betoonde men zich voorzigtig bij plegtige toespraken, bij nieuwjaarwenschen enz. Het bepalen van de beteekenis van zoodanige omina was de taak der divinatie, welke bij de Romeinen een hoogen trap van ontwikkeling had bereikt.