Oem is de naam van een aanzienlijk Dordtsch geslacht. Claes Oem behoorde reeds in 1304 tot de voornaamste ridders en edelen van Holland. Hij was ambachtsheer van Dubbeldam, schout van Dordrecht en sneuvelde in 1345 aan de zijde van graaf Willem IV bij Stavoren in een gevecht tegen de Friezen.— Godschalk Oem was in 1385 schildknaap der Gravin van Holland. — Jan Oem bezocht het Heilige Land en was in 1500—1516 schout van Dordrecht. — Een oudere Godschalk Oem was in de eerste helft der 154e eeuw raad en rentmeester-generaal van Holland, Zeelanden Friesland en de stamvader van het geslacht Oem van, Wijngaarden. — Mr. Cornelis Oem was in 1575 raad des Konings ten Hove van Holland. — Herman Oem, licentiaat in de regten, liet zich opnemen in de Orde der Jezuïeten en werd protonotarius apostolicus te Rome, — voorts bij zijn terugkeer pastoor te Dordrecht.
Hij overleed in 1694, belangrijke handschriften nalatende. — Floris Oem van Wijngaarden behoorde in de 2de helft der 154e eeuw tot de edelen van Holland, die Karel van Bourgondië als graaf erkenden. — Jacob Oem van Wijngaarden, geboren te Dordrecht in 1525, behoorde tot de ijveraars voor de Hervorming en voor de Nederlandsche onafhankelijkheid, werd door den Bloedraad gebannen, onderhield briefwisseling met prins Willem I, verscheen in de eerste vrije staatsvergadering te Dordrecht in 1572, en was in 1674 en 1575 gouverneur te Gouda. Van zijne 3 zonen zijn 2 in den oorlog en één in een tweegevecht gesneuveld. — Gerard Oem van Wijngaarden was in 1572 raad in den Hove van Holland en daarna in den Hoogen Raad van Appél. — Cornelis Oem van Wijngaarden behoorde tot het Verbond der Edelen en werd door Alva verbannen. — Mr. Floris Oem van Wijngaarden werd in 1613 pensionaris der stad Dordrecht, verdedigde met kracht hare voorregten, maar werd om die reden op last der Spaansche regéring van zijne waardigheid ontzet en uit de stad verbannen.
De geleerde kardinaal Adriaan Florisz., later paus Adriaan VI, stond echter op als zijn beschermer en door diens invloed werd hij in zijne waardigheid hersteld. Later haalde hij zich het ongenoegen op den hals van graaf Hendrik van Nassau, stadhouder van Holland, en in 1518 verloor hij nogmaals zijn ambt, om het in 1521, wederom op voorspraak van gemelden cardinaal, te herkrijgen. Hij was een hevig tegenstander van de leer van Luther. — Daniël Oem van Wijngaarden was in 1666 lid der ridderschap van Holland, hoogheemraad van Delftsland en curator der Leidsche hoogeschool. In 1672 vertrok hij als buitengewoon gezant naar Christiaan V, koning van Denemarken, sloot in 1684 een verdrag met Frankrijk, en overleed in 1688.
