Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Molitor

betekenis & definitie

Molitor (Gabriel Jean Joseph, graaf), maarschalk van Frankrijk, geboren den 7den Maart 1770 in Hayingen (Hayange) in DuitschLotharingen, trad na het uitbarsten der Revolutie als kapitein in dienst, voerde in den oorlog van 1793 onder generaal Hoche bij Kaiserslautern en Weiszenburg als adjudantgeneraal bevel over eene brigade infanterie, bevond zich daarna achtervolgens bij het Rijn-, Moezel- en Donauleger onder Pichegru, Kléber, Moreau en Jourdan en werd in 1795 bij een aanval op Mainz gevaarlijk gewond. In 1799 streed hij als brigadegeneraal onder Masséna in Zwitserland, en in 1800 diende hij onder Moreau met onderscheiding bij het Rijnleger en droeg niet weinig bij tot de overwinning bij Möskirch. Daarop trok hij met een korps van 5000 man naar Tyrol, veroverde Bregenz en bezette Graauwbunderland. In 1801 tot divisiegeneraal benoemd, volgde hij in 1805 Masséna naar Italië en streed dapper aan het hoofd der voorhoede bij Vago en vooral bij Caldiéro.

Na den Vrede van Presburg ging hij als gouverneur-generaal naar Dalmatië en verwierf grooten lof door de nieuwe organisatie van dat gewest. In 1806 ontzette hij Ragusa en behaalde groote voordeelen op de Russen en Montenegrijnen. In 1807 voerde hij bevel in Pommeren, streed voorspoedig tegen de Zweden en veroverde Stralsond, Napoleon benoemde hem daarop tot gouverneur-generaal van Pommeren en verleende hem den titel van graaf, benevens aanzienlijke goederen. In den veldtogt van 1809 vormde de divisie van Molitor een gedeelte van het korps van Masséna. In 1810 voerde Molitor het bevel in de Hanze-steden, in 1811—1813 in Nederland, en in 1814 onder Macdonald bij Châlons sur Marne en La Ferté sons Jouarre. Na het verdrijven van Napoleon I onderwierp hij zich aan de Bourbons en werd inspecteur-generaal der infanterie. Daar hij zich gedurende de Honderd Dagen weder aan de zijde van Napoleon schaarde, verloor hij bij de tweede Restauratie zijne betrekking, doch herkreeg ze in 1818.

In 1823 voerde hij het bevel over het 2de korps van het interventie-leger, dat naar Spanje trok, waarna hij den maarschalksstaf en de waardigheid van pair verwierf. In 1827 werd hij secretaris van de Kamer der Pairs, en hij trad hier meermalen op als redenaar. Voorts besteedde hij zijn vrijen tijd aan letterkundigen arbeid. De Julij-omwenteling van 1830 handhaafde hem in het bezit van zijne ambten en waardigheden. Later werd hij door Louis Philippe tot kommandant van het Hotel der Invaliden en in 1849 door Louis Napoleon tot groot-kanselier der Orde van het Legioen van Eer benoemd. Hij overleed den 28sten Julij 1849.

< >