Molina (Luis), een vermaard Jezuïet, geboren in 1535 te Cuença in Nieuw-Castilië, trad reeds vroeg in de Orde der Jezuïeten, werd leeraar in de theologie te Evora, en overleed te Madrid den 12den October 1601. In zijn werk: „Liberi arbitrii eum gratiae donis etc. concordia (1588)” leerde hij, dat Gods genade wel is waar de voorwaarde tot zaligheid was, doch dat zij slechts ten deel viel aan de zulken, van wie God vooraf wist, dat zij haar uit eigen beweging zouden aannemen. Dit anti-Augustiniaansch gevoelen werd door de Dominicanen met kracht bestreden, maar daarentegen door vele Jezuïeten verdedigd.
Hierdoor ontstond een strijd, en om dien te beslissen riep paus Clemens VIII in 1597 eene congregatie van praelaten bijeen. Doch ook later is die strijd inzonderheid door de Jansenisten voortgezet.