Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Masséna (André)

betekenis & definitie

Hertog van Rivoli, prins van Esling, maarschalk van Frankrijk, geboren te Nizza den 6den Mei 1758, voer eerst als scheepsjongen, doch nam in 1775 dienst bij het Fransche leger en werd onderofficier. Na een diensttijd van 14 jaren nam hij zijn ontslag en keerde naar Nizza terug, waar hij in het huwelijk trad. Gedurende de Fransche omwenteling trad hij weder als vrijwilliger in de gelederen, was reeds in 1792 bataljonschef, in 1793 brigadegeneraal en nog in datzelfde jaar divisie-generaal. Hij had zich in Italië onderscheiden en de Oostenrijkers onder anderen in 1795 bij Loano verslagen, toen Bonaparte zich in 1796 met het opperbevel belastte.

Ook nu streed Masséna met roem, en het Directoire zond hem in 1798 in plaats van Berthier als bevelvoerend generaal naar de Romeinsehe Staten. Hier kon hij echter de troepen van den ijverzuchtigen Bernadotte niet tot gehoorzaamheid bewegen, zoodat hij, om bloedvergieten te voorkomen, het opperbevel opdroeg aan generaal Dallemagne en Rome verliet. Nu werd hij belast met het kommando in Zwitserland. Nadat Jourdan den 25sten Maart 1799 bij Stockach geslagen was, kwam Masséna onder ongunstige omstandigheden in diens plaats, betwistte het terrein aan aartshertog Karel en bevocht eindelijk op de Russen den 25sten September 1799 de overwinning bij Zürich, waardoor een inval in Frankrijk werd verhoed. Na den 18den Brumaire zond Bonaparte hem naar Italië, waar hij evenwel wegens geringe krijgsmagt weinig kon doen. Zelfs moest hij eenige dagen vóór den slag van Marengo Genua overgeven aan den vijand.

Napoleon benoemde hem niettemin tot opperbevelhebber van het geheele Italiaansche leger en bij de stichting van het Keizerrijk zag Masséna zich tot maarschalk bevorderd. In den veldtogt van 1805 verkreeg hij nogmaals het opperbevel in Italië, waar hij aartshertog Karel in eene reeks van gevechten aan de Brenta en aan de Tagliamento het voortrukken belette. Na den vrede moest hij het gebied van Napels ten behoeve van koning Joseph Bonaparte in bezit nemen. Hij volbragt die taak zonder tegenstand te ontmoeten, veroverde in 1805 het sterke Gaëta en noodzaakte de Engelschen, die in Calabrië geland waren, tot den aftogt. Na den Vrede van Tilsit werd hij tot hertog van Rivoli benoemd, en daardoor gevoelde hij zich, in weerwil van zijne republikeinsche gevoelens, aan den Keizerstroon verbonden.

Hij verscheen aan het Hof, maar moest voor dien stap erg boeten, daar Berthier hem op eene jagtpartij bij ongeluk in het linker oog schoot. In den Oostenrijkschen oorlog van 1809 voerde hij het opperbevel tot aan de komst van Napoleon, en gedurende den slag bij Aspern en Esling dekte hp den overtogt der armee over de Donau door die beide dorpen te bezetten en te verdedigen, en redde hierdoor het leger bij den terugtogt. Hoewel hij daags vóór den slag bp Wagram door een val van het paard gewond was, woonde hij dien bp in een rij tuig. Napoleon verhief hem nu tot prins van Esling en belastte hem met het opperbevel in Spanje (1810). Met een ontoereikend leger trok hij er te velde en kon niets beslissends ten uit voer brengen, terwijl Wellington terugtrok en volgens een te voren beraamd plan de lijnen van Torres Vedras bezette. Voorts bestreed hp de Britten den 3den Mei 1811 bij Fuëntes d’Onor, doch legde daarna ziek en moedeloos het opperbevel neder.

Eerst toen Napoleon toebereidselen maakte tot den togt naar Rusland, bood hij zijne diensten weder aan, doch verkreeg slechts de 8ste militaire divisie in Provence. Bij de Restauratie schonk Lodewijk XVIII hem brieven van naturalisatie en benoemde hem den 20sten December 1814 tot pair. In weerwil van de oproeping van Napoleon hield hp zich rustig gedurende de Honderd Dagen, en eerst na den slag bp Waterloo nam hp het bevel op zich over de nationale garde te Parijs. Bij de Bourbons viel hij deswege in ongenade en hij moest zich zelfs verantwoorden wegens zijn gedrag. Terzelfder tijd wees hij het lidmaatschap van de militieraad, die over Ney oordeelen zou, van de hand, keerde tot het ambteloos leven terug, en overleed den 4den April 1817. Zijne „Mémoires” werden door generaal Koek in 1849 in 4 deelen in het licht gegeven.

< >