Lafuente (Modesto), een uitstekend Spaansch geschiedschrijver, geboren in 1806 te Rabanal de los Caballeros in de provincie Paleneca, was hoogleeraar en bibliothecaris te Astorga, doch stichtte in 1837 een humoristisch tijdschrift te Leon. Met dat tijdschrift verhuisde hij voorts naar Madrid. Meermalen was hij afgevaardigde naar de Cortes en vicepresident van dit Ligchaam, terwijl hij zich als staatkundig redenaar onderscheidde.
Voorts bleef hij werkzaam als directeur der Escuela superior de diplomatica en als president der Junta de los archivos y bibliotécas. Sedert 1844 gaf hij onderscheidene tijdschriften uit, die met groote belangstelling werden gelezen, en verzamelde jaren aaneen bouwstoffen voor zijn hoofdwerk: „Historia general de Espana (1850—1862, dl 1—26)”, hetwelk hem doet kennen als een grondig onderzoeker, die de gebeurtenissen op eene aantrekkelijke wijze weet voor te stellen. — Een ander Spaansch geschiedschiijver van dien naam, Miguel Lafuente y Alicántara, geboren te Archidona in de provincie Malaga den 10den Julij 1817, studeerde in de regten, liet zich inschrijven op de rol van advocaten te Granada, en werd in 1846 volksvertegenwoordiger voor Archidona. Wegens zijne uitstekende verdiensten benoemde de regéring hem tot fiscaal van Cuba; doch bij zijne aankomst te Havana werd h{j eerlang ziek, en overleed in Augustus 1850.
Zijn belangrijkst geschrift is eene: „Historia de Granada (1843—1848, 2 dln)”, waarin de geschiedenis dezer stad volgens onuitgegevene bronnen levendig en dichterlijk is voorgesteld. Voorts schreef hij eene verhandeling over de jagt, een handboek voor bezoekers van Granada, en eene académische intreêrede.