Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Lafontaine

betekenis & definitie

Lafontaine. Onder dezen naam vermelden wij :

Jean de Lafontaine, Frankrijks voortreffelijkste fabeldichter. Hij werd geboren te Château Thierry in Champagne den 8sten Julij 1621, leerde in zijne jeugd zeer weinig, en voegde zich op zijn 19de jaar bij eene kerkelijke congregatie, welke hij echter na verloop van 18 maanden wederom verliet. Eerst op 22-jarigen leeftijd werd hij door het hooren voorlezen eener ode van Malherbe op den dood van Hendrik IV aangespoord tot de studie der classieke dichters en tot beoefening der poëzij. Eerst leverde hij eene vertaling van den : „Eunuchus” van Terentius (1654), die weinig in den smaak viel. Zijn vader verheugde zich over de dichtproeven van den zoon, maar bezorgde hem tevens de betrekking van maître des eaux et forêts, alsmede eene echtgenoote. Na verloop van eenigen tijd liet evenwel Lafontaine zijn ambt en zijne vrouw varen, en begaf zich op aansporing van de hertogin van Bouillon, die eenigen tijd te Château Thierry had doorgebragt, naar Parijs. Hier vond hij begunstigers, die gedurende zijn geheele leven hem verpleegden en leidden als een onmondig kind. De intendant Fouguet was zeer met hem ingenomen en bezorgde hem een jaargeld, en de dankbaarheid van Lafontaine bleek vooral in zijne getrouwe vriendschap jegens dien man, toen deze in ongenade viel bij Lodewijk XIV.

Vervolgens werden de belangen van Lafontaine behartigd door Henriette van Engeland, Condé, Conti, Vendôme en anderen. Al die weldaden echter beveiligden den zorgeloozen dichter geenszins voor verlegenheid, zoodat madame de Sablière hem eindelijk in huis nam en in al zijne behoeften voorzag. Na haar overlijden werd zij door Hervart vervangen. Lafontaine zag zich eerst in 1684 benoemd tot lid van de académie en overleed den 13den April 1695. Zijne merkwaardigste geschriften zijn de „Contes” en de „Fables”.

Vooral deze laatste zijn in nagenoeg alle beschaafde talen — in het Nederlandsch o. a. door ten Kate — overgebragt en hebben hem een Européschen naam bezorgd. Zij zijn voortreffelijk door inhoud en vorm. Zijne overige gedichten zijn van veel geringer gehalte. Van de „Fables” verschenen de eerste 6 boeken in 1668, de volgende 5 in 1678, en het 12de in 1694. Zij zijn bij herhaling uitgegeven, en eene dezer uitgaven is versierd met gravures van Doré.

August Heinrich Julius Lafontaine, een zeer vruchtbaar Duitsch romanschrijver. Hij werd geboren te Bronswijk den 10den October l759, bezocht aldaar en te Schöningen de scholen en studeerde te Helmstedt in de theologie. In 1786 werd hij huisonderwijzer te Halle, vertrok in 1792 als veldprediker met het Pruisische leger naar Champagne, doch keerde na den Vrede van Basel naar Halle terug, waar hij zich als privaatdocent vestigde en den 20sten April 1831 overleed. Hij is schrijver van een groot aantal sentimentéle familieromans. Hij bekreunde zich weinig om de kunst, maar schreef enkel met het doel om eene aangename en roerende tijdkorting te verschaffen. Eene levendige, hoewel niet bijzonder rijke verbeelding, goed ontworpene plannen, aangename karakters en zorgvuldig bedachte toestanden verhieven zijne romans tot de lievelingslectuur zijner tijdgenooten.

Zijne latere romans evenwel, gekenmerkt door eene gezochte sentimentaliteit, werden minder gunstig ontvangen. Hij heeft 150 deelen in het licht gezonden, en de meeste zijn ook in het Nederlandsch vertaald. Van zijne romans noemen wij: „Der Sonderling (1792)”, — „Quinctius Heymeran von Flamming (1795)”, — en „Die Familie von Halden (1797)”. Hij zelf onderscheidde zich geenszins door de sentimentaliteit, welke men in zijne geschriften opmerkt. Ook leverde hij eene vertaling der treurspelen van Aeschylus (1822, 2 dln).

< >