Kesteloot. Onder dezen naam vermelden wfl:
Jacob Lodewijk Kesteloot, een verdienstelijk Nederlandsch geneeskundige. Hij werd geboren te Nieuwpoort in Vlaanderen den 9den October 1778, legde zich met ijver toe op de oude talen, studeerde te Leiden en werd er in 1800 tot doctor in de genees-, heel- en verloskunde bevorderd na het verdedigen van zijne „Dissertatio de dysenteria”. Daarna bezocht hij eenigen tijd onder de leiding der beroemdste hoogleeraren de hospitalen te Parijs en vestigde zich eerst te Vlaardingen en daarna te ’s Hage, waar koning Lodewijk hem eene aanstelling schonk bij zijn Kabinet en hem tevens belastte met het toezigt op de inrigtingen van weldadigheid, de krankzinnigengestichten enz. Ook werkte hij krachtig mede tot invoering der koepok-inenting. In 1817 werd hij hoogleeraar in de geneeskunde te Gent en bleef er werkzaam tot 1830, toen hij zijn emeritaat verzocht en verkreeg. Nu wijdde hij zijn tijd aan de practijk en aan de beoefening der taal- en letterkunde van zijn vaderland, totdat hij den 5den Julij 1852 te Gent overleed.
Van zijne geschriften vermelden wij: „Verhandeling over de gele koorts, door dr. Miller (1806)”, — „Discours sur les progrès des sciences, lettres et arts depuis 1789 jusqu’à ce jour (1809)”, — „De koepokinenting getoetst aan het gezond verstand enz. (1812)”, — „Conspectus materiae medicae in usum auditorum (1817)”, — „Josephi L. B. de Quarin, animadversiones practicae in diversos morbos etc. (1818—1820, 2 dln)”, — „Lofrede op Hermanus Boerhaave (1819; 2de druk 1825)”, bekroond door de Hollandsche Maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen, — „Elementa pathogeniae (1825)”, — „Fragmenta aetiologica (1826)”, — „Hulde aan Gerardus van Swieten 11826)”, — „Fragmenta symtomatologiae (1826)”, — „Briefwisseling van mr. W. Bilderdijk met prof. Kesteloot (1842)”, — en „Oldenbarneveld’s heerlijkheid Rodenrijs enz. (1852)”. Ook schreef hij een groot aantal opstellen in verschillende tijdschriften.
Peter Jacob Kesteloot, overleden te Nieuwpoort den 17den September 1871 in den ouderdom van 56 jaren. Hij was aldaar griffier van het vredegeregt, lid van den gemeenteraad en deken der rederijkerskamer, en schreef: „Feestviering ter eere van professor J. L. Kesteloot enz. (1846)”, — „Herinnering aan het inhuldigingsfeest van den heer doctor Pieter Lefèvre als burgemeester enz. (1854)”, — en vele belangrijke artikels in het door hem geredigeerde nieuwsblad: „De stad Nieuwpoort”. Ook leverde hij een bundel gedichten en gaf van 1863 tot 1868 het „Nieuwpoortsch Jaarboekje” uit.