Jargon

betekenis & definitie

Jargon noemt men in het algemeen eene bedorvene, verdraaide, voor oningewijden onverstaanbare taal, waaraan men ook wel den naam geeft van Koeterwaalsch. Het is voorts de opzettelijk gevormde dieventaal met hare figuurlijke uitdrukkingen, en eindelijk de algemeene spreektaal der Israëlieten, eene taal, uit Hebreeuwsche, Poolsche, en andere woorden zamengesteld en zelfs niet ontbloot van eene uitgebreide litteratuur. — Delfstofkundigen geven den naam van jargons (jargons de diamant) aan zirkoons, die óf van natuur kleurloos óf in het vuur van hunne kleur beroofd zijn en dikwijls als diamanten verkocht worden, alsmede aan goudgele, geel-roode of paarse steentjes, die op hyacinthen gelijken en vooral uit Pau in Frankrijk in den handel gebragt worden. — Daarnaar gaf de Engelsche scheikundige Sorby aan een metaal, dat hij in 1868 in zirkoon meende te hebben gevonden, den naam van jargonium. Het is echter gebleken — en door hem zelven erkend (1870), — dat dit metaal enkel in zijne verbeelding bestond.