Igor, prins van Nowgorod-Säwersk, leefde tegen het einde der 12de eeuw. Hij was een zoon van Swjatoslaw en sneuvelde in een ongelukkigen veldtogt tegen de Polowzers.
Hij vervult in de geschiedenis der Russische volkspoëzij eene merkwaardige rol als hoofdpersoon van het „Lied van heer Igor”, waarin genoemde veldtogt bezongen wordt. Daaruit ademt ons dezelfde Heidensch-Noordsche geest te gemoet, dien wij in de liederen van Ossian opmerken, zoodat het door sommigen als een stuk van zeer ouden tijd beschouwd wordt, terwijl anderen zijne echtheid in twijfel trekken. Het werd in 1795 ontdekt en baarde veel opzien. Het is in het Nieuw-Russisch en ook in het Duitsch vertaald.