Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Hetaeren

betekenis & definitie

Hetaeren (gezellinnen) noemde men in het oude Griekenland boelérende vrouwen. Men vond er vooral vele in de groote steden, waar talrijke vreemdelingen bijeenkwamen, zooals te Corinthe, waar zij aan de tempeldienst van Aphrodite (Venus) verbonden waren, en te Athene. Doorgaans waren het vrijgelatene slavinnen, doch ook wel vrije Grieksche meisjes, die als danseressen, fluit- en cither-speelsters bij gastmalen en feestelijke gelegenheden hare bekoorlijkheden prijs gaven. De omgang met hetaeren werd bij de Grieken evenwel geenszins als iets schandelijks beschouwd, en sedert den tijd van Pérides was eene belasting gelegd op haar bedrijf.

Sommige hetaeren onderscheidden zich door ontwikkeling en beschaving en wisten de uitstekendste staatsmannen, wijsgeeren, redenaars en dichters, zooals Pérides, AldMades, Sypérides, Sócrates, Plato enz., aan zich te verbinden, waardoor zij grooten invloed kregen op het staatsleven, zooals Aspasia, Thaïs (de minnares van Alexander en later de gemalin van Ptolemaeus Lagi), Myrrhina, de bijzit van koning Demetrius, en andere. Sommige waren vermaard door hare verleidelijke kunsten, zooals de Siciliaansche Laïs te Corinthe, of zij werden door beroemde kunstenaars verheerlijkt, zooals Phryne uit Thespiae te Athene door Praxíteles. In de „Hetaerengesprekken” heeft Ludanus en in de „Hetaerenbrieven” Akiphron de aandacht op deze vrouwen gevestigd. Van haar handel en wandel heeft voorts Wieland een levendig tafereel ontworpen in „Menander und Glycerion” en in „Aristipp”.

< >