Hauff. Onder dezen naam vermelden wij:
Wilhelm Gottlief Hauff, een Nederlandsch componist. Hij werd geboren te Nijmegen den 16den Maart 1793 en vormde zich onder de leiding van zijn vader tot een uitstekend organist. Reeds in 1810 zag bij zich als zoodanig benoemd te Groningen, om er het orgel der Groote- of Martini-kerk te bespelen, en overleed aldaar den 1sten November 1858. Van zijn compositiën vermelden wij: „H. van Alphen, Vijftien kleine schoolliederen voor piano en zang”, — „Melodien der Evangelische gezangen enz.”, — „Zes kleine naspelen bij het uitgaan der godsdienstoefening voor orgel met twee klavieren en pedaal (1847)”, — „Praeludiën of voorspelen enz.”, — en „De 150 Psalmen, benevens lof- en bedezangen, gezet voor orgel of pianoforte (3de druk 1848)”.
Wilhelm Hauff, een verdienstelijk Duitsch romanschrijver, geboren te Stuttgart den 29sten November 1802. Hij bezocht, eerst de kloosterschool te Blaubeuren en studeerde daarna te Tübingen in de theologie. Daarna aanvaardde hij te Stuttgart eene betrekking als huisonderwijzer en gaf in 1825 den „Märchenalmanach” in het licht, die in 1864 een lOden druk beleefde. Daarop volgden „Mittheilungen aus den Memoiren des Satans (1827, 2 dln)", en „Der Mann im Monde (1827)", eene persiflage der schrijfmanier van Clauren. Toen verscheen zijne „Controverspredigt über H. Clauren und den Mann im Monde, gehalten an das Deutsche Publikum”.
Zijn roman „Lichtenstein (1826 3 dln)” behoort tot de beste, welke in Duitschland in den trant van Walter Scott geschreven zijn. Voorts vermelden wij zijne: „Phantasien im Bremer Rathskeller (1827)” en van zijne kleine verhalen de keurige stukjes: „Die Bettlerin vom Pont des Arts” en „Das Bild des Kaisers”. Nadat hij eenigen tijd als redacteur van het „Morgenblatt” was werkzaam geweest, overleed hij den 18den November 1827. Zijne „Sämmtliche Werke (1830, 36 dln; 1865 Ilde druk 5 dln)” zijn uitgegeven door Schwab. — Zijn broeder Hermann (geboren den 22sten Augustus 1800, ♰ den 16den Augustus 1865) belastte zich na zijn overlijden met de redactie van gemeld blad en leverde de geestrijke geschriften: „Moden und Trachten (1841)” en „Skizzen aus dem Leben und der Natur (1840, 2 dln)”.
