Handoplegging (De) is van ouds bij onderscheidene volken in gebruik als een zinnebeeld van het overdragen van eenig gezag. Zij had plaats bij de Israëlieten, en wel bepaaldelijk bij de wijding der priesters. Dat gebruik is overgebragt in de Christelijke Kerk en verkreeg er de beteekenis van mededeeling van den Heiligen Geest.
Ook in onze Hervormde Kerk bestaat nog altijd het gebruik der handoplegging. Zij geschiedt door dienstdoende godsdienstleeraars op den jeugdigen evangeliedienaar, die zijn dienstwerk in eene gemeente aanvaardt.