Handoplegging
v., (kerk.) wijding (van een priester), inzegening (van een predikant) door het opleggen der handen.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., (kerk.) wijding (van een priester), inzegening (van een predikant) door het opleggen der handen.
Geert Verbeke (2000)
Wie via handoplegging aan aurabalancering doet, kan klankschalen zien als verlengstukken van de handen om genezende energie te kanaliseren via relaxatie. Kennis van meridianen en energiepaden spreekt hier vanzelf.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)
als gebaar van overbrenging van zegen werd in twee conteksten toegepast: ten eerste bij exorcismen, waarbij de ‘transfer’ van geestelijke kracht de ziekmakende demon verdreef; ten tweede bij de ordinatie van rabbijnen (semicha geheten) waardoor toekomstige leiders de bevoegdheid kregen juridische functies uit te oefenen. De bijbelse bas...
Karin Braamhorst (2004)
Een handoplegging is een symbolisch gebaar waarmee iets van de ene mens op de andere wordt overgedragen, bijvoorbeeld schuld (Leviticus 16: 21), macht (Numeri 27: 18-20) of zegen (Genesis 48: 14-16). In het nieuwe testament worden zieken door handoplegging genezen (Marcus 6: 5) en verkrijgen dopelingen de heilige Geest (Handelingen 8: 17).
J. van Delden (1982)
opleggen van de handen ter genezing van zieken. En er kwam een van de oversten der synagoge, genaamd Jaïrus, en toen deze Hem zag, wierp hij zich neder aan zijn voeten, en hij smeekte Hem dringend, zeggende: Mijn dochtertje ligt op haar uiterste; kom toch en leg haar de handen op, dan zal zij behouden worden en in leven blijven (Mar. 5:2223). Vgl....
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
een liturgisch gebaar, dat zegening, mededeeling van den H. Geest, van goddelijke kracht en zending en genezing beteekent. Het maakt deel uit van de liturgie van het doopsel, het vormsel, de biecht, de wijdingen tot diaken, priester, bisschop, abt en abdis, verder bij → exorcismen, → ziekenzegen en de wijding van de → doopvont. In he...
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
is een ritueel gebaar, waarbij reeds het verbreken der symmetrie wijst op de verhouding tussen de meerdere, die geeft, en de ander, die ontvangt. Deze gemeenschap en „overdracht” door aanraking kan het karakter hebben van een zegening (bijv. Gen. 48 : 9 vv.; Matth. 19 : 13), van een offergemeenschap (bijv. Lev. 1 : 4), van een kracht te...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: