Fried (Heinrich Jacob), een Duitsch schilder, geboren te Landau in 1802, ontving onderwijs aan de schilder-académie te München van Langer en Cornélius, bepaalde zich hoofdzakelijk bij het historie-schilderen en leverde bij voorkeur tafereelen uit de middeleeuwen.
In 1830 verscheen van hem onder den titel „Erinnerungen an die Vorzeit oder der Rheinpfalz” eene reeks van afbeeldingen van geschiedkundige gedenkteekenen uit de Pfalz. Van 1834 tot 1837 toefde hij in Italië, en in 1842 vestigde hij zich te München, waar hij genrestukken en kleine landschappen schildert. Van zijne merkwaardigste doeken noemen wij: „Gretchen aan het spinnewiel”, — „Ridder Toggenburg”, — „De gewonde ridder met zijn schildknaap”, — en „De Blaauwe grot op het eiland Capri”. Hij heeft ook een bundel gedichten onder den titel van „Epheuranken” uitgegeven.
