Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 07-08-2018

Falmouth

betekenis & definitie

Falmouth, eene Engelsche stad, van waar men een lid afvaardigt naar het Parlement, ligt aan de zuidkust van het graafschap Cornwall, aan den spoorweg en aan eene baai, die eene der beste havens van Engeland vormt (Falmouth-Harbour). Hier liggen onderscheidene oorlogschepen, wachtschepen, enz. De mond der haven wordt gedekt door de vesting Pendennis-Castle en door het fort Mawes (Maudits), — beide door Hendrik VIII gebouwd. Karel II verhief lord Berkley tot graaf, en in 1673 Georg Fitzroy tot burggraaf van Falmouth, en ook later droegen aanzienlijke Engelschen dien titel.

Men heeft er slechts 6000 inwoners, — voorts zijn er 7 kerken, eene synagoge, een polytechnisch genootschap, eene handwerksschool en een athenaeum. Men heeft er eene vaart van paketbooten op West-indië, Noord- en Zuid-Amerika, Spanje, Portugal en de havens der Middellandsche Zee. De voormalige stoombootvaart heeft zich echter grootendeels naar Southampton verplaatst. Er behooren 144 schepen te huis.

< >