Faliéri (Marino), de meestberoemde van de 3 dogen van Venetië, die dezen geslachtsnaam droegen, werd geboren in 1278 en stond in 1346 aan het hoofd van de troepen der Republiek bij de belegering van Zara in Dalmatïe. Hier behaalde hij eene schitterende overwinning op den Koning van Hongarije en ging vervolgens als gezant naar Genua en Rome. In 1354 werd hij doge, en onder zijn bestuur overweldigden de Genuézen in de baai van Sapienza bij Modone de Venetiaansche vloot en namen tevens haren aanvoerder Pisani gevangen. Het einde van zijne regéring was tragisch.
Verontwaardigd over de geringe straf, waartoe een patriciër, Michele Steno genaamd, wegens eene beleediging, der gemalin van den doge aangedaan, veroordeeld werd, besloot hij, wraak te nemen op de geheele aristocratie, waarop hij van ouds fel gebeten was. Hij werd het hoofd eener zamenzwering, die ten doel had, op den 15den April 1355 al de senatoren om het leven te brengen en de magt van den Senaat te vernietigen. In den daaraan voorafgaanden avond echter werden de zamengezworenen plotselijk in hechtenis genomen en den 17den April 1355 door beulshanden gedood. Byron en Delavigne hebben daaraan de stof ontleend voor treurspelen.