Falerner wijn is eene wijnsoort, die op het gebied van Falernum — den Ager Falernus — groeide en weleer zeer gezocht was. Dat gebied was gelegen in den noordwesthoek van Campanië, aan den voet van den Massicus, tusschen de rivieren Savo en Volturnus. Die wijn was licht-geel van kleur en zeer vurig; aanvankelijk hard en ongezond, werd hij eerst gedronken als hij 15 jaar oud was.
De Romeinsche dichters — vooral Horatius — verheffen hem hemelhoog. Om hem te temperen, vermengde men hem met den zoeten wijn van Chios of ook wel met honig. Volgens eene sage, door Silius Itálicus vermeld, gaf Bacchus den eersten wijnstok, die zulk edel nat opleverde, ten geschenke aan zekeren Falernus, om dezen voor de aan hem bewezene gastvrijheid te beloonen.
