Doorkwelling noemt men het dringen van water door rivier- en zee-dijken. Zij kan ontstaan door ondigtheid der grondslagen, waarop de dijk rust, door ondigtheid van den dijk zelven, alsmede door verborgen wellen, die al of niet met het buitenwater in verband staan. Doorkwellingen wegens ondigtheid van den dijk openbaren zich het duidelijkst doordien alsdan het doorgekwelde water langs de binnenbennen wegloopt; doch zij zijn veelal de oorzaak van gevaarlijke verzakkingen in den dijk.
Doorkwellingen uit diepgelegen wellen werken het krachtigst bij hoogen waterstand en de hierdoor verhoogde drukking. De ingenieur Conrad heelt over dat onderwerp eene belangrijke verhandeling geschreven, die in 1828 door de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen bekroond is.