Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-08-2018

Doorluchtigheid

betekenis & definitie

Doorluchtigheid, aan het Latijnsche serenitas ontleend, is een eeretitel, die reeds aan de Romeinsche keizers Honorius en Arcadius en later aan de Frankische en Gothische Koningen is toegekend. Hij werd voorts in Duitschland het eerst in 1375 door keizer Karel IV aan de Keurvorsten, later ook aan andere vorstelijke personen gegeven, en volgens Bondsbesluit van 12 Maart 1829 aan de hoofden van vorstelijke familiën, die tot de voormalige Rijks-standen behoorden. Intusschen hebben andere vorsten dien titel ook verworven. Eindelijk noemden zich weleer sommige republieken, zooals Venetië, Genua enz. alsmede de voormalige Duitsche Bond doorluchtig of allerdoorluchtigst.

< >