Een Fransch sterrekundige, werd geboren te Lusigny bij Troyes in het departement de l’Aube den 9den April 1816.
Hij bezocht de Polytechnische school te Parijs door Laplace gesticht, en verwierf er als de besteleerling den prijs. Nu wijdde hij zich aan de studie der „Mécanique céleste” van genoemden sterrekundige, deed examen als mijn-ingenieur en werd aan de Sorbonne de opvolger van Biot als leeraar in de sterrekunde. In 1855 zag hij zich benoemd tot lid der Académie en in 1862 tot lid van het Bureau des Longitudes. Hij schreef een „Cours élémentaire de mécanique (5de uitgave 1862)”, — een „Cours élémentaire d’astronomie (4de uitgave 1864)”, — en zijn uitgebreid werk „Théorie de te lune”, waarvoor het Astronomisch Genootschap te Londen hem de gouden medaille toewees. Ook plaatste hij belangrijke opstellen in wetenschappelijke tijdschriften. Hij is in 1870 opvolger geworden van Leverrier als directeur van het observatorium te Parijs, liet in den jongsten tijd volgens zijne theorie van de maan tafels berekenen, die door de Académie werden uitgegeven , en is in 1872 in het water omgekomen.