Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 06-07-2018

Crémieux

betekenis & definitie

Crémieux (Isaac Adolphe), een Fransch regtsgeleerde en staatsman, een zoon van Israëlietische ouders, werd gebken te Nim*s den 30sten April 1797, studeerde te Aix, en ontwikkelde als advocaat aldaar veel talent en moed bij het voeren van staatkundige procéssen. Na 1830 werd hjj in plaats van Odïlon Barrat benoemd tot advocaat bjj het Hof van cassatie te Parjjs en verwierf er weldra grooten roem door de verdediging van Democraten en van hen, die van drukpers-overtredingen waren beschuldigd. Tijdens de beraadslagingen over de Oostersche quaestie (1840) stelde hij zich ijverig in de bres voor zjjne geloofsgenooten, deed eene reis naar Turkije en Egypte en zorgde voor de vrijspraak van een aantal Israëlieten te Damascus, die er door een R. Katholieken priester waren aangeklaagd. In 1842 werd hij volksvertegenwoordiger in Frankrijk, en in 1846 zag hij zich herkozen.

Met kracht verzette hjj zich tegen de bedoelingen van het ministérie Guizot, verklaarde zich bij de Februarij-omwenteling (1848) aanvankelijk vóór het regentschap der hertogin van Orléans, doch vervolgens, door den stroom medegesleept, vóór de afkondiging der republiek, en werd toen lid van het Voorloopig Bewind, waarbij hij zich met de portefeuille van Justitie belastte. Afgevaardigd naar de Constituante, legde hij er rekenschap af van z(jn beheer, maar ontving later, wegens zijne houding in het procès van Louis Mane, zjjn ontslag als minister. Als volksvertegenwoordiger schaarde hij zich in beginsel aan de linkerzijde, hoewel hÿ weinig sympathie betoonde voor de regéring van generaal Cavaignac, en veeleer de candidatuur bevorderde van Lodewijk Napoleon. Nadat deze tot president gekozen was, voegde Crémieux zich bjj de Bergpartij, en toen hij vervolgens afgevaardigd werd naar het Wetgevend Ligchaam verzette hjj zich zoowel tegen de Legitimisten en Orleanisten, als tegen de staatkunde van Napoleon. Bij den staatsstreek van 2 December werd hjj in hechtenis genomen en naar Mazas gebragt. Vervolgens hield hij zich vele jaren bezig met de regtsgeleerde practijk, doch na den val van het Keizerrijk (4 September 1870) werd hij op nieuw tot de betrekking van minister van Justitie geroepen.

Nog vóór de belegering van Parijs begaf hij zich naar Tours, en van dââr deed hij den 18den September 1870 een besluit afkondigen, hetwelk aan alle Duitsche inwoners van Frankrijk gelastte, binnen 3 dagen het land te verlaten. Den 5den October aanvaardde hjj tevens de portefeuille van Oorlog, die hij evenwel in het midden dier maand aan Gambetta overdroeg. Volgens een ander besluit van die dagen werd Algérië in 3 departementen verdeeld, terwjjl het aan de Israëlietische inboorlingen aldaar het Fransche burgerregt verleende. Na het sluiten van den wapenstilstand met Pruissen verdedigde hjj het gedrag van Gambetta en nam den 10<>™ Februarjj zjjn ontslag, om tot het ambteloos leven terug te keeren. Na dien tijd heeft hjj een open brief in het licht doen verschijnen, waarin hÿ aanraadt, om de door Duitschland opgelegde oorlogslasten door vrijwillige bijdragen te dekken.

< >