Brofferio (Angelo), een Italiaansch dichter en staatsman, werd geboren te Castelnuovo in de provincie Asti op den 24sten September 1802. Hij zou te Turijn in de regten studéren, maar in plaats daarvan schreef hij treur- en blijspelen, terwijl hij zich eerst later, onder de leiding van den Jezuïet Manera, op de uitbreiding zijner wetenschappelijke kennis toelegde. Nadat zijn treurspel “Eudoxia” gunstig was ontvangen, deed hij eene reis door Italië en Frankrijk en dichtte onder anderen “Salvator Rosa”, en “De terugkeer van den balling”.
Daarna was hij werkzaam bij een regtsgeleerde en werd zelf onder de advocaten opgenomen. In 1830 geraakte hij wegens deelneming aan eene zamenzwering in hechtenis, vervaardigde in den kerker een bundel gedichten, die hem den naam bezorgden van den “Bèranger van Piémont.” In zijn treurspel “Vitiges, koning der Gothen” kwam zijne democratische gezindheid zoo duidelijk aan den dag, dat hij het te Parijs moest uitgeven. In 1848 verscheen te Turijn onder zijne redactie “II Messaggiero torinese”, die echter slechts kort bestond. Na den slag van Novara eischte hij, als lid van de Kamer der Afgevaardigden, de voortzetting van den strijd en beriep zich hiertoe in de zitting van 24 Maart 1849 tot 8-maal toe op de woeste hartstogt der menigte, zoodat hij voornamelijk de oorzaak werd van de ontbinding der Kamer. Meer eer verwierf hij door de verdediging van Ramorino, die in weerwil van zijne welsprekende redevoering het doodvonnis moest ondergaan.
Hjj was een tegenstander van den bezadigden Cavour en schreef tegen dezen eene dramatische satire, getiteld: “II tartufo politico”, welke eenige jaren daarna werd opgevoerd. Van zijne overige dramatische werken vermelden wij: “II Vampiro” , “Miss Cugino”, “Salmorre”, “Tutto per il meglio”, “II Corsaro”, “Angelica Kaufmann” en “II castello de Kenilworth” Zijne “Canzone”, zijn in 1858 voor de 5de maal gedrukt, en belangrijk voor de geschiedenis zijner dagen is zijn werk “I miei tempi (1858—1861, 20 dln)”. Zijn voornemen om eene geschiedenis van het Subapennijnsch parlement te schrijven, heeft hij niet volbragt. Als volksvertegenwoordiger nam hij ijverig deel aan de beraadslagingen over het bijstaan der Franschen en Engelschen in den Krim-oorlog, over de opheffing der kloosters enz. Hij was een groot voorstander van Garibaldi, maar niet minder getrouw aan zijn Koning, die hem wederkeerig eene voortdurende toegenegenheid betoonde. Brofferio overleed te Verbanella aan het Lago Maggiore op den 26sten Mei 1866, nadat hij kort te voren de oorlogshymne “Delle spade il fiero lampo etc.”, de “Italiaansche Marseillaise”, gedicht had.