Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 19-03-2018

Bajus

betekenis & definitie

Bajus (Michaël) of eigenlijk Michaël de Bay, een van de meest beroemde godge­leerden der R. Katholieke kerk in de 164e eeuw, werd geboren in 1513 te Melun in Henegouwen. Hij studeerde te Leuven, ont­ving in 1550 de doctorale waardigheid en werd er een jaar daarna tot hoogleeraar be­noemd.

Hij beschouwde het als zijne taak, de Protestantsche theologie op grond van de uitspraken des Bijbels te wederleggen, maar haalde zich daarbij het ongenoegen op den hals van de heerschende partij in zijne Kerk. Zijne redevoeringen, welke van den breeden semi-Pelagiaanschen weg afweken en in zijn ambtgenoot Hessels een krachtigen steun vonden, joegen weldra de Belgische Franciscanen in het harnas, die daardoor hunne Seotistische stelselleer bedreigd zagen. Zij haalden uit die redevoeringen 18 stellin­gen, welke zij aan de Theologische Faculteit te Parijs ter veroordeeling voorlegden. De Sorbonne verklaarde (1560) 3 dezer stellingen voor evenzoovele dwalingen en het meerendeel voor kettersche gevoelens. Bajus be­antwoordde deze censuur met “Aanmerkin­gen”, waarin hij sommige zijner beweringen liet varen, maar de meeste als woordelijke leerstukken uit den Bijbel, als juiste gevolg­trekkingen uit de leer van deze en als ge­voelens van Augustinus verdedigde.

De gunst, die hij bij het Spaansche hof genoot, bevei­ligde hem voor 's hands voor verdere ver­volgingen; ja, Philips II benoemde in 1563 hem en Hessels tot afgevaardigden naar de kerkvergadering te Trente. Bajus nam deel aan de laatste 3 vergaderingen van dit be­roemd Concilie en besteedde zijn vrijen tijd aan het opstellen van dogmatische geschrif­ten. Uit deze haalden de Jezuïeten en Fran­ciscanen eene nieuwe reeks van ketterijen. Paus Pius IV nam echter geene beslissende maatregelen tegen den schrijver. Eerst Pius V heeft op den lsten October 1567 eene bul “Ex omnibus afflictionibus” tegen 75 leerstellin­gen van Bajus afgekondigd zonder den naam van dezen te noemen.

Nu wendde Bajus zelf zich tot den Paus en nam den schijn aan alsof hij die bul, welke in openbaren strijd was met de uitspraken van den Bijbel en van de Kerkvaders, voor een ondergeschoven stuk hield, door zijne vijanden opgesteld. Hij ontving uit Rome het antwoord, dat de bul, die nog niet was af­gekondigd, weldra door den pauselijken vicaris-generaal te Mechelen zou worden open­baar gemaakt. Inmiddels weigerde de uni­versiteit te Luik de bul te onderteekenen, en in weerwil van de vernieuwde aanklagten klom het aanzien van Bajus van jaar tot jaar. Hij werd in 1575 benoemd tot de­caan der collegie-kerk, in 1578 tot kanselier der universiteit, en de koning van Spanje verhief hem vervolgens tot inquisiteur-generaal der Nederlanden. Wel werd Bajus in eene nieuwe bul van Gregorius XIII “Provisionis nostra” uitgenoodigd, om de 76 stel­lingen , die hij mondelijk herroepen had, ook schriftelijk voor dwalingen te verklaren, — wél zag de universiteit zich gedrongen, om eene verklaring te geven in dien geest, maar Bajus en zijne ambtgenooten oefenden het regt der wedervergelding door de Jezuïeten van Pelagiaansche dwalingen en onzedelijke grondbeginselen te beschuldigen, zoodat de Pauselijke nuntius zijne gunstelingen alleen beveiligen kon tegen de aanvallen van Bajus door aan beide partijen het stilzwijgen op te leggen.

Bajus overleed den 16den December 1589 en wordt geroemd als een man van groote geleerdheid, ongemeene bescheidenheid en reine zeden. Zijne Augustiniaansche gevoe­lens, dat des menschen wil, zoolang deze aan zich zelven is overgelaten, niets goeds vermag, — dat de erfzonde, even ais de gewone zonde, zich tot allen uitstrekt, en dat ook de Moeder van Jezus van beide niet vrij is gebleven, dat elke handeling, die niet voort­vloeit uit zuivere liefde jegens God, geene waarde heeft, en dat de mensch alles uit­sluitend verschuldigd is aan Gods genade in Christus enz. — dat alles werd in die dagen met den naam van Bajanismus bestempeld en vormde later den grondslag van de leer der Jansenisten. De werken van Bajus zijn uitgegeven door Gerberonus (Keulen, 1696).

< >