Bacs of Bacs-Bodrogh was tot aan 1849 een comitaat in Neder-Hongarije tusschen de Donau en de Theisz en door de comitaten Pesth, Csongrad en Klein-Cumanië omgeven. Het besloeg eene oppervlakte van 171 □ geogr. mijlen en telde 486000 inwoners, uit Magyaren, Duitschers, Serben, Slavoniërs en Israëlieten bestaande.
Het land is laag; er zijn vele meren en moerassen, ’t geen voor de gezondheid niet zeer bevorderlijk is. Tevens is het zeer vruchtbaar, zoodat het tarwe, druiven, tabak en veel vee oplevert. Er is geen gebrek aan wild en visch, maar wel aan hout. Men vindt er merkwaardige schansen uit den tijd der Romeinen. Gedurende de omwenteling van 1848 en 1849 woedde er een vreeselijke strijd tusschen de verschillende stammen, en toen de revolutie beteugeld was, werd Bacs van Hongarije gescheiden en bij het woiwoodschap Serbië gevoegd. Hier liggen de voormalige koninklijke vrijsteden Szabadka of Maria-Theresiopol, Zombor en Neusatz en een aantal bloeijende vlekken en dorpen.