Agardt (Karel Adolf), een uitstekend natuurkenner, die zich vooral met het onderzoek en de rangschikking der wieren heeft bezig gehouden, werd den 23sten Januarij 1785 te Bästadt in Schonen geboren. Hij studeerde te Lund en hield er sedert 1807 voorlezingen over wiskunde. Later wijdde hij zich, onder de leiding van professor Schwarz geheel aan de kruidkunde en werd in 1812 benoemd tot hoogleeraar in de botanie en practische economie. In 1816 ontving hij de wijding als geestelijke, waarna hij pastoor werd in het St. Petersklooster te Lund en later (1834) bisschop te Karlstadt. Hier overleed hij den 28sten Januarij 1859.
Veel heeft hij over de wieren geschreven (Synopsis algarum Scandinaviae, 1817 — Species algarum rite cognitae cum synonymis, differentiis specificis et descriptionibus succinctis, 1820—1828 met de Icones algarum — Systema algarum, 1824 — Icones algarum Europaearum, 1828—1835), en ook aan vele andere onderwerpen heeft hij zijne pen gewijd. — Ook zijn zoon Jacob Georg heeft onderscheidene werken uitgegeven van kruidkundigen inhoud. Hij is geboren te Lund in 1813 en aan de universiteit aldaar hoogleeraar in de botanie sedert 1854. Zijn voornaamste geschrift handelt over de wieren (Species genera et ordines algarum, 4 dln, 1848—1863).
