Dit woord heeft op het gebied der wijsbegeerte eene dubbele beteekenis. Het beduidt vooreerst datgene, wat tegenover het essentiële of wezenlijke staat en dus al de eigenschappen, die eenig voorwerp hebben of niet hebben kan zonder op te houden te wezen wat het is. Bij een of ander ligchaam is bijvoorbeeld de kleur een accidens. In de tweede plaats wordt het tegenover de zelfstandigheid gesteld, als datgene, wat niet haar zelve, maar de wijze van haar bestaan bepaalt, zoo als de hoeveelheid, de hoedanigheid, de tijd, de plaats, de betrekking enz.
In het dagelijksch leven noemt men eene toevallige gebeurtenis van onaangenamen of belemmerenden aard een accident. Dit woord heeft eene minder sterke beteekenis dan ramp of onheil.