Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Accessio

betekenis & definitie

Accessio (toevoeging of aanwas) is eene bijzaak, die van buiten aan eene hoofdzaak wordt toegevoegd en alzoo in het bezit komt van den eigenaar der hoofdzaak. Hierdoor onderscheidt zij zich van de vruchten, renten en inkomsten, die uit de hoofdzaak zelve voortvloeijen.

Zij kan haren oorsprong hebben in de krachten der natuur (a. naturalis) of in het toeval (a. fortuita) , - zij kan door de kracht van menschen en alzoo op kunstmatige wijze ontstaan (a. artificiosa), of door vlijt worden verworven (a. industriosa), of door zamenwerking van verschillende krachten verkregen (a. mixta). — Accessio beteekent niet alleen de verkregene zaak, maar ook de wijze waarop een dergelijk eigendom verkregen is. Hierbij geldt in het algemeen de regel, dat de bijzaak hare hoofdzaak volgt (accessorium sequitur suum principale). Door accessio kunnen zoowel bezittingen verkregen worden, die nog geen eigenaar hebben, als zoodanige, die reeds het eigendom zijn van anderen. Tot de eerste soort behooren de eilanden, die in rivieren ontstaan, de drooggevallen rivierbeddingen, de aanspoelingen en aanslibbingen, de gevonden schatten enz. — tot de tweede de zoogenaamde specificatie, of de vervorming en verwerking vooral van eene ruwe stof, die het eigendom van een ander kan zijn, tot nieuwe voorwerpen. Ook kan men door accessio van de bezitting van een ander eigendom verkrijgen door adjunctio, namelijk door de kunstmatige verbinding van eene zaak met eene andere, en wel op zoodanige wijze, dat eene scheiding althans zonder groote schade onmogelijk is, bij voorbeeld, wanneer een schilder een fraai stuk penseelt op een doek, dat hem niet toebehoort, of wanneer men een huis bouwt met de steenen van zijn buurman. Deze laatste kan in zoodanig geval de steenen, zoo-lang het gebouw staat, niet terugvorderen , maar ( ) wel de dubbele waarde als schadeloosstelling eischen.

< >