Abbt (Thomas), een wijsgeer en schrijver, werd den 25sten November 1738 te Ulm geboren. Hij studeerde te Halle eerst in de godgeleerdheid en vervolgens in de wiskunde, wijsbegeerte en fraaije letteren. In 1760 werd hij benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de wijsbegeerte te Frankfort aan de Oder, waar hij zich in het verkeer met Mozes Mendelssohn, Nicolaï en anderen gelukkig gevoelde, en in het volgend jaar tot gewoon hoogleeraar te Rinteln.
Hier drukte hem het gemis van dien voormaligen omgang, zoodat hij zich ijverig op de regtswetenschap toelegde, om zich tot het bekleeden van een staatsambt voor te bereiden. Hij werd dan ook weldra (1765) door graaf Wilhelm von Bückeburg tot regerings- en consistoriaal-raad benoemd, doch hij stierf reeds in het volgende jaar, namelijk den 3den November 1766. Hij heeft belangrijke werken geschreven en niet weinig bijgedragen tot de ontwikkeling der Duitsche letterkunde in het midden der vorige eeuw.
