Definities van Nederlandstalige WikiWoordenboek in de Ensie U
- uitleesbaarste
- uitleesbare
- uitleest
- uitleg
- uitlegbaar
- uitlegbaarder
- uitlegbaardere
- uitlegbaarders
- uitlegbaars
- uitlegbaarst
- uitlegbaarste
- uitlegde
- uitlegden
- uitleggen
- uitleggend
- uitlegger
- uitleggers
- uitlegje
- uitlegjes
- uitlegt
- uitlek
- uitlekken
- uitlekkend
- uitlekt
- uitlekte
- uitlekten
- uitlenen
- uitlenend
- uitleven
- uitlevend
- uitlever
- uitleverde
- uitleverden
- uitleveren
- uitleverend
- uitlevering
- uitleveringen
- uitleveringsakkoord
- uitleveringsakkoorden
- uitleveringsakkoordje
- uitleveringsakkoordjes
- uitlevert
- uitlezen
- uitlezend
- uitlichten/vervoeging
- uitliepen
- uitliet
- uitlieten
- uitlijn
- uitlijnde
- uitlijnden
- uitlijnen
- uitlijnend
- uitlijning
- uitlijningen
- uitlijnt
- uitlog
- uitlogde
- uitlogden
- uitloggen
- uitloggend
- uitlogt
- uitlok
- uitlokken
- uitlokkend
- uitlokt
- uitlokte
- uitlokten
- uitloop
- uitloopt
- uitloot
- uitlootte
- uitlootten
- uitlopen
- uitlopend
- uitloper
- uitlopers
- uitlopertje
- uitlopertjes
- uitlotend
- uitmaak
- uitmaakt
- uitmaakte
- uitmaakten
- uitmaal
- uitmaalde
- uitmaalden
- uitmaalt
- uitmaken
- uitmakend
- uitmalen
- uitmalend
- Uitmarkt
- Uitmarkten
- Uitmarktje
- Uitmarktjes
- uitmat
- uitmaten
- uitmeet
- uitmelk