uitlezen - Werkwoord
1. (ov) lezen tot het verhaal afgelopen is
♢ Ik las het boek in één ruk uit.
2. (ov) ergens digitale gegevens uithalen
♢ Op mijn slimme meter zit een knop om de data uit te lezen.
♢ Als op je dashboard een lampje begint te branden, dan kan de dealer de foutcode uitlezen en de storing verhelpen.
Woordherkomst
samenstelling van uit(bijwoord) en lezen(werkwoord)
Gepubliceerd op 01-11-2017
uitlezen
betekenis & definitie